De meeste mensen ervaren in de werkelijkheid een onzegbaar Geheim. Het wordt benoemd van het vage ‘iets’ tot het schijnbaar persoonlijke ‘God’. Maar we hebben voor die ervaring geen andere taal dan die van verbeelding en ritueel. Zingeving, en dus ook religie, is een spel van verbeelding. Die verbeelding schept werkelijkheid. Gelovigen en ongelovigen kunnen het ‘bestaan’ van het Geheim redelijk niet bewijzen. Dat heeft Jan de Jongh onderzocht in zijn Godspraak is beeldspraak (uitg. Meinema, Zoetermeer 2006).
Het Geheim verbeelden is daarvan de praktische uitwerking. Het is een duchtig bewerkte en naar thema gerangschikte bundeling van de meer dan 150 kolommen Liturgische Kanttekeningen, die de auteur deels via Narratio voor kerk- en parochiebladen schreef. De rode draad is de religieuze verbeelding.
Bij het schrijven dacht hij vooral aan gelovigen die vervreemd zijn van de kerkelijke taal en de traditionele geloofsvoorstellingen en tóch de christelijke traditie niet los willen laten. Tussen vervreemding en verlangen raken ze kerkelijk dakloos. Is er een manier om met de traditie van het christendom om te gaan, die ruimte biedt aan eigen ervaring zonder waarheidsclaim?
De korte teksten geven op een lichtvoetige manier behalve informatie en kritische waarneming ook veel te overdenken. Daarnaast kunnen de teksten wellicht liturgiemakers inspireren en prikkelen.
De indeling van het boek en het register maken het bruikbaar als naslagwerk. Centraal staat de relatie van de traditie met de Jaargetijden, voorafgegaan door een groep teksten, die de huidige Context van geloof en kerk bespreken. Tenslotte volgen Allerhandekolommen over o.a. merkwaardigheden, bidden, rituelen en stilte.
Drs. Jan de Jongh (1932) was 1961-1971 gemeentepredikant en daarna tot 1997 werkzaam als studentpastor aan de Universiteit Twente. Van zijn hand verschenen meerdere praktijkboeken en artikelen over liturgie en hedendaags geloven.