‘Het was de blik van de ander die mij troostte’
(Dirk de Wachter, Vertroostingen)
ROEPING
Intro
De laatste tijd word ik omringd door zorg(st)ers, behalve op de afdeling van het ziekenhuis. Daar kwam ik letterlijk in aanraking met de digitale zakelijkheid en arbeidsdeling, die onze samenleving steeds meer beheerst. Zorg(st)ers kom ik o.a. tegen in de thuiszorg en verpleeghuizen. Ondanks de druk op de zorg door bureaucratie, dodelijke regels, digitaliteit en andere beperkingen pogen ze nog steeds de menselijkheid te beoefenen. Opgewekt houden ze niet alleen van hun wérk, maar meer nog van de menselijke ontmoeting: bijzondere mensen? Toen ik dat een vriend vertelde, zei hij ‘die mensen hebben een roeping’. Zij alleen?
Geroepen worden
Op 22 januari lazen de kerken met het rooster van de Raad van Kerken over de roeping van de leerlingen (Matt. 4:18 e.v.). Een merkwaardig verhaal. Jezus wandelt langs het meer, waarop vier mannen gaan vissen of netten boeten. Hij roept: ‘Volg mij, ik zal jullie vissers van mensen maken’. Ze laten direct hun netten, hun vader en boten in de steek en volgen zonder rolkoffer en andere noodzakelijk reisspullen. Mattheüs heeft dit verhaal van Marcus. Lucas plaatst het in het kader van de ‘wonderbare visvangst’. Johannes (1:35 e.v. 100 na Chr.) heeft een heel ander verhaal. Bij hem zijn de eerste leerlingen al bij Johannes de Doper voorbereid en gaan daarna met Jezus mee. De verschillen zijn verklaarbaar, want de evangelisten schrijven hun Jezusverhalen, na tientallen jaren overlevering, van horen zeggen. Ze concretiseren daarmee, wat moeilijk onder woorden te brengen is: ‘Roeping’, die een mens soms plotseling, maar meestal als een proces, overkomt. De overlevering vertelt die onuitsprekelijke ervaring in de vorm van een verhaal.
Innerlijk weten
Veel mensen kennen de roepingervaring, soms heel jong al, soms lang zoekend naar betekenis voor hun leven: dát is mijn droomweg. Het weten speelt zich af in onze ‘ziel’. Je zoekt woorden die passen bij die ervaring of gebruikt het beeld van de innerlijke ‘Stem’, zoals Mozes, Jesaja en ook Jezus bij zijn doop. In onze tijd zal men minder die ‘Stem’ als van ‘gód’ duiden.
Worden wij niet allemaal geroepen? Tot hun verdriet worden mensen vaak door b.v. armoede, invaliditeit, dictatuur, huidskleur… belemmert de ‘Stem’ te volgen. Anderen zijn innerlijk doof en kunnen of willen niet meer horen. Ik durf aarzelend te denken, dat een échte roeping, religieus of niet geduid, altijd een richting heeft: wat beteken ik daarmee voor anderen, die mij aanzien. Hard gezegd: Wanneer dat ontbreekt, is er geen roeping, maar alleen eigenbelang.
In onze samenleving hebben veel jongeren grote moeite bij studie- of beroepskeuze. Op de informatiedagen van de UT mochten we (begeleiders en pastores) lang geleden met groepen ouders een uurtje praten. We begonnen dan altijd met de vraag: denkt u dat uw kinderen gelukkig zullen zijn door de studiekeuze. Onze deelname werd na enkele jaren niet meer gevraagd…
Religieuze Roeping
Wie bij Wikipedia ‘roeping’ intypt, ziet dan dat dan allereerst aan priesters, dominees en kloosterlingen wordt gedacht.
Had ik een roeping? Dat veronderstelde de protestantse kerkorde wel. Toen (nu nog?) werd door een deputaatschap van (meest bejaarde) predikanten mijn roeping via een gesprek onderzocht. Omdat het moeilijk is een roeping te bewijzen, had de oude kerkorde (Dordrecht) enige zekerheid ingebouwd: De door Gods Geest gestuurde beroeping door een gemeente, veronderstelde die roeping. Ik kan die orde helaas moeilijk meer bereiken, maar er stond zoiets van ‘geroepen, overmits door de gemeente beroepen’. Heerlijk woord: overmits. De Gereformeerde Kerken kenden, anders dan de Hervormde Kerk en de huidige PKN, daarom geen loslopende dominees met een ‘speciale’ opdracht.
Waarom ik dat in mijn serie over (religieuze) ervaring allemaal opschrijf? Omdat deze meest algemene fundamentele mystieke ervaring van de ‘Stem’ in onze samenleving steeds meer wordt verdrongen. Én omdat ik het boek Vertroostingen van Dick de Wachter las.
*)
Marc. 1:16-20: vier leerlingen bij vissen en boeten. ‘ Vissers van mensen maken’ ( Matt. 4:18-22 Simon = Petrus). Matt. 9:9: roeping van de tollenaar Mattheüs, die later Levi, de zoon van Alfeus genoemd wordt.
Lc. 5: in het kader van de z.g.n. wonderbare visvangst.
Joh. 1:35 e.v.: via Johannes de Doper Jezus volgen.