Waarover men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen (Wittgenstein)
Aan het begin van onze laatste viering Zwanenhofviering zong een gelegenheidskoor van Oekraïense vluchtelingen, die daar een tijdelijk thuis vonden enkele liederen. Twee rijen kinderen(tjes) vooraan. Ik keek naar hun gezichtjes als in een spiegel. Ik weet, dat die kinderen levenslang een kras op hun ziel hebben. Ook de kinderen van de niet welkome vluchtelingen en hun eventuele ouders in Ter Apel en Twente dragen een nooit meer genezende wond mee. Wanneer oorlogskinderen ouder mogen worden, zullen ze tegenover hun kinderen en kleinkinderen zwijgen of merken, dat ze alleen uiterlijke feiten kunnen vertellen. Want wat ze innerlijk ervoeren, ‘hoe het was’, daar hebben ze geen woorden voor. Ze zullen zoeken naar beelden, maar kan een ander die meevoelen? Soms zullen zij tegen hun kinderen zeggen: Jij hebt de oorlog niet meegemaakt! Bij het ouder worden blijven de nachtmerries, angsten en het zwijgen.
Om mij heen leven nog weinig bekenden, die de tweede wereldoorlog bewust meemaakten. Toen ‘de-derde-Oorlog-dichtbij’ op 24 februari uitbrak, zocht ik leeftijdgenoten op. We herkenden onze gevoelens o.a. bij de maandelijkse sirenebeproeving. Eens loeide het midden in de nacht. Misschien een storing, dacht mijn hoofd, maar mijn ziel wachtte met slapen op de uitblijvende ‘veiligtoon’. Ik belde de politie met de vraag: komt er ook ‘veilig’?
Het zwijgen van zovele vaders en moeders met een kamp-, vlucht- of ander oorlogsverhaal heeft zeker óók met ‘woordeloosheid’ te maken.
Sprekend ritueel
Ook bij een ingrijpend verlies van een geliefde in de dood is vaak het verdriet te groot voor woorden. In ons dorp wist men dat nog. Na het overlijden van een levensgezel of kind was het de gewoonte, dat de rouwenden niets meer hoefden te doen. De buren namen het huishouden en alle drukke regelingen over en de rouwenden ‘zaten’ tot de begrafenis. Ze kregen de tijd om de rouw te ervaren en te laten inzinken. Om hen heen ontstond een stille kring van steeds wisselende bezoekers. Woorden waren schaars. Ik heb daar geleerd en vooral van mijn vrouw, dat bij catastrofen in een mensenleven, zwijgend nabijzijn troost.
Merkstenen
Die sprakeloosheid geldt niet alleen negatieve ervaringen. Ieder mens kent scharniermomenten op de levensweg. Merkstenen, noemde Hammerskjöld, de omgekomen secretaris generaal van de VN, ze met de titel van zijn Dagboek. Belangrijke ervaringen zijn als de opgestapelde stenen in het hooggebergte, die ons meermalen bewaarden voor verdwalen. Het zijn ervaringen, die dieper en blijvender zijn, dan belevenissen. Als je daarover wilt vertellen, blijkt het niet zo gemakkelijk de kern over te brengen. Het feitenverhaal en de uiterlijke sporen, bijvoorbeeld via (vakantie)foto’s, zitten in ons denkhoofd. Wanneer iemand zijn levensverhaal deelde, vroeg ik wel eens: hoe voelde het? Wat heeft je geraakt? Dan zoeken mensen naar beelden, verhalen, vergelijkingen… maar zal de ander mij werkelijk verstaan?
Religieuze ervaring
Het zal niemand verbazen, dat ik dit alles ook zie bij het delen van religieuze ervaringen. Die kunnen negatief zijn: jeugdherinneringen, het godsdienstig geweld, het gedrag van ‘god’s zetbazen op aarde, enzovoort… Die schil van rond het levensverhaal staat vaak de zoektocht naar de blijvende ervaring van het levensmysterie in de weg. Immers wie niet oppervlakkig voortraast, zal een keer zoeken naar het geheim en de zin of onzin van diens leven.
Je ligt op de dijk en kijkt het heelal in. Even ben je er niet meer, je valt stil en wordt deel van een groter geheel. Ik heb gemerkt, dat veel mensen die ’totaliteitservaring’ in verschillende vormen herkennen. Steeds meer kom ik zoekende mensen tegen, die uit hun secularisatie en haast stappen. Is ‘dit’ nu alles? Ze laten hun mobiel thuis(?) en lopen naar Santiago of gaan samen mediteren, rituelen beoefenen, proberen (tijdelijk) een (jeugd)kloosterlijk leven, of ze branden tot hun eigen verbazing een kaarsje in een heilig gebouw (‘ik weet niet wat mij bezield meneer. Ik geloof er niet in. Maar misschien dat het helpt in deze crisistijd…’).
Bij gebrek aan woorden gebruiken die zoekers soms zelfs het woord ‘god’, wie of wat ze daarmee ook bedoelen. Misschien ben ik ook wel zo iemand…