271 Liturgische spiritualiteit 5: Structuur

Wat kunnen we van de kloosterlijke spiritualiteit leren? De vorige keer ben ik begonnen enkele ingrediënten te beschrijven van het leven naar de oeroude regel van Benedictus, die de meeste contemplatieve orden volgen. Het grondplan van deze kloosters is oorspronkelijk een vierkant met in het midden een open hof. Aan de noordzijde de kerk of kapel en daartegenover de refter (eetzaal) en werkruimten. Aan de zijkanten de bibliotheek, recreatie e.d.
Ik ben bewust niet begonnen aan de kant van de kapel, waar de gemeenschap zevenmaal per dag haar Bron bezingt. Ik begon bij de keuken en het ‘aandachtig’ afwassen, dus het werk. Want het leven van een kloosterling streeft naar eenheid. Zelf ondervond ik, dat aandachtig leven om structuur vraagt. Dat is in ons rommelig en haastig leven moeilijk te verwezenlijken.

Structuur of regelmaat
Een paar maal per jaar ging ik samen met een tiental studenten enkele dagen meeleven in een Benedictijner klooster. Wanneer ik bij de nabespreking vroeg wat hen het meest getroffen had, kwamen er meestal drie woorden: stilte, rust, regelmaat. Over de stilte heb ik al veel geschreven (o.a. De weg van de Stilte), daarom dit keer over regelmaat, die de basis vormt van de ervaring van rust en de ruimte voor aandachtig leven.
Kloosterlingen leven met vaste tijden: eten, gebed, recreatie, rusten, werken, studeren/lezen, stilte… Omdat ze sámen leven worden die tijden aangegeven door de klok. In de Sint Paulusabdij, waar we meestal te gast waren, was er een zoemer en voor de gebedstijden ook een luidklok. In andere abdijen de kleine en de grote klok, die met een touw in de hand wordt bediend. Uit nostalgische overwegingen gaat mijn voorkeur uit naar het klokkentouw. Bij de Benedictinessen. Ik mocht het ook eens doen: dat vroeg kracht én op tijd het touw laten vieren. Ik zag in mijn verbeelding de luidster dat laatste vergeten…
Vele malen per dag is er in het klooster dus een teken voor einde en begin. Om het wat beeldend te zeggen: dan laat je het werk waarmee je bezig bent uit je handen vallen (behalve als het breekbaar is) en maak je je klaar voor iets nieuws. Soms geeft de klok je wat overgangstijd daarvoor, maar dan komt onverbiddelijk het tweede signaal.
Een gast wilde na de afwas naar zijn kamer gaan om weer aan zijn scriptie te schrijven. De gastenpater verbood het hem min of meer: ‘Na de afwas is er tijd voor recreatie’ en samen gingen ze in de tuin wandelen.
‘Vreselijk, discipline, sleur…’ Maar je moet het maar eens echt een poosje meemaken. Misschien bevrijdt het je van prestatiedwang en competitieziekte. Eigenlijk is het heel gezond en aanbevelenswaardig precies in deze coronatijd!

De klok in ons dorp
In de jaren zestig luidde in ons agrarische en protestantse dorp, behalve één RK-gezin, driemaal daags de kerkklok. Dat was vroeger een oproep tot Ave-bidden (wees gegroetje). Protestanten hebben de betekenis van dat luiden aangepast aan hun arbeidsethos: werk- en rusttijden. Om 6, 12 en 18 uur begeleidde onze klok vriendelijk de meeste bewoners bij hun dagindeling: tussen de middag warm eten met gebed en schriftlezing, tegen de avond het eindigen van het landwerk en de broodmaaltijd. Niet de klok werd ‘op tijd gezet’, maar het dorp.Hier en daar in Twente luidt er nog steeds een dorpsklok. Wellicht is het voor wie nog of weer thuis werkt een hulp om de werkdag wat spiritueel te structuren? Over de mogelijke vormgeving van gebedsmomenten hoop ik later nog te schrijven. De meesten van ons krijgen geen hulp van een (kerk)klokje. Hoe bouwen we zelf aan een structuur waarin ruimte is voor aandacht en rust? In elk geval moet dat stap voor stap en aangepast aan eigen woon-, werk- en levensvorm.
De volgende keer over Beginnen en Eindigen van een taak. Daar hebben veel thuiswerkers het moeilijk mee.

Kleine stappen:

  • het bewust laten klinken van een tekst.
  • vast stiltemoment.
  • Een ‘drukke’ studente: “de stilte had wel wat langer mogen duren”.
  • in plaats van de krant een fragment uit een boek lezen.
  • Een vast gebed in de morgen en of avond.
  • De dag overdenken voor het slapen gaan.