Intro
Persoonlijke en maatschappelijke omstandigheden hebben mij opnieuw bepaald bij de noodzaak de eenheid van het/de Heiige en het dagelijks leven te zoeken. Noodzaak, omdat onze dagen zonder die eenheid ‘oppervlakkig’ en chaotisch gaan verlopen, soms met een geïsoleerd spiritueel intermezzo, zoals een kerkdienst. Naar aanleiding van de vraag ‘hoe doe jij dat?’, vertelde ik in de februari-kolom globaal hoe ik het probeer. Globaal, want ons leven en werk zijn verschillend en ieder zal daar een eigen weg in moeten vinden. Die eenheid zal niet éénvormig kunnen zijn. Daarbij heb je wel het gesprek met andere zoekenden nodig. Juist dát kan een geloofsgemeenschap ‘organiseren’. Ik kan alleen maar een paar ingrediënten aandragen.
De coronacrisis versnelt de al eerdere grote maatschappelijke veranderingen. Zo kwam de ingeperkte zondagsviering – voor vele de enige liturgische praxis – nog meer los te staan van de stroom van ons dagelijks drukke en soms bedrukte leven. De kerkdienst werd letterlijk marginaal en kan liturgisch ook niet door digitale programma’s worden vervangen of een dagelijkse spiritualiteit dragen.
Is ‘god’ ook marginaal geworden? Misschien is de coronacrisis wel een scharniermoment.
Ik zie in onze samenleving mensen die er opnieuw werk van maken ‘god’, het geheim, stilte, verdieping, zin, mystiek, rituelen te zoeken. Weliswaar meestal buiten de bestaande en traditionele kerkelijke kaders. Maar was ‘god’ – welk beeld je daar ook bij hebt – dan niet voorgoed uit Jorwerd verdwenen (Mak)? In Jorwerd is nu op een PKN-pioniersplaats het Nijkleaster in aanbouw. De terugkeer van ‘god’? Ik noemde al een aantal andere voorbeelden: huisgemeenten, jongerenklooster, allerlei retraites en de weer open gastenverblijven in soms door de monniken verlaten kloosters! De Anglicaanse gezongen Evensong waaide, mede door de activiteiten van Hanna Rijken (PKN theoloog/musicus), over het Kanaal naar een aantal steden in ons land (lijst te vinden op googel) en trekt daar volle kerken. Met name jongeren vinden daar, evenals in Taizé en Iona, een gezongen vindplaats van ‘god’, die de kerkelijke dominaties overstijgt. De leer valt weg in de ervaring.
Laboratoria
Opvallend vaak kom je als plek van inspiratie het ‘klooster’ tegen. Soms als een heimweewoord na een retraite of een Taizéreis. Want terwijl het aantal kloosterlingen daalt, kregen kloosters een nieuwe functie. Ze werden niet alleen bewaarplaatsen van een traditie, maar vooral ‘laboratoria van het Heilige’ (Thomas Quartier), waar zelfs protestanten na vijf eeuwen opnieuw ‘iets’ ontdekten: de traditie van eenheid van geloof en leven, die ons steeds meer ontglipte. De kloosterlijke levensvorm leert ons in ons chaotisch leven orde, rust, stilte én structuur te scheppen.
Maar is jullie leven niet saai? vroeg een gast de monnik. Zulke kritische vragen komen voort uit het diepe verlangen naar een eigen spirituele vormgeving van je leven. Soms veranderde iemand na een kloosterweekend radicaal van dagindeling. Alles tegelijk. Dat werd een mislukking. Het is een proces en zelfs bejaarde kloosterlingen blijven daarin ‘beginners’.
Aandachtig leven
Voor wie deze weg naar eenheid wil gaan, ga ik in deze serie een aantal ingrediënten overwegen. Het eerste is: Aandachtig leven.
Het Duitse ‘Andacht’ betekent: (korte) gebedsdienst. Seine Andacht halten = zijn gebed doen. In het Nederlandse ‘Aandacht’ is een verbreding tot wat in het Duits heet: Aufmerksamkeit. De kloosterling streeft niet naar interessante verlichtingservaringen of grote en goede werken. Ook is ‘Andacht’ in de kapel niet een vroom eiland in de dag. Maar alles wat je op een bepaald moment doet en leeft, vraagt aandacht en toewijding. Van de was ophangen tot grasmaaien, gebed, stilte, recreatie, gesprek, een boek schrijven of de bloemen schikken. Er is geen onderscheid tussen belangrijke en onbelangrijke taken.
Ik moet bekennen dat me die Aandacht niet gemakkelijk valt, al verlang ik er wel naar. In deze chaotische jaren zitten me dwaalgedachten en concentratieverlies in de weg. Wie herkent dit niet? Daarom vraagt Aandachtig Leven om structuur en regelmaat. (Wordt vervolgd)
TOEGIFT
Gebed in de herfst
Nu de bladeren vallen,
in de stilte van de herfst,
in de mist en twijfel,
bidden wij u, Eeuwige:
geef dat onze ziel niet sterft,
maar opstaat tegen de dood
zo aanwezig in onze dagen,
opdat we vruchtdragen voor uw toekomst
de oogst van het vrederijk.
Eind oktober
Ik loop langs de beek achter ons huis
schop de bladeren voor me uit
vallende blaadjes ritselen goud en rood
lage zonnestralen door de bomen
herinner me de kleine jongen die ik ben
reuk van vergankelijkheid
negentiende-eeuwse romantiek
ik weet het
even gelukkig
de wereld heeft een goed Geheim.
Jan de Jongh