(intro) De vorige keer ging het over de rol van de kerkelijke instituten voor de toekomst van het christendom. In het vervolg tast ik naar de inhoudelijke verandering en de religieuze ervaring van ‘god’zoekers. Het gaat me vooral om de mystieke dimensie van het christendom, waar Rahner op mikt.
Die ervaring en dat verlangen naar ‘god’ is persoonlijk, maar wordt ‘vals’ als ze geen deel uitmaakt van of aanzet is voor een praktijk. Dorothee Sölle noemde haar levensboek: Mystiek en Verzet. Roger Schütz, prior van Taizé, sprak van Lutte et Contemplation. Het brievenboek van Bonhoeffer kreeg de titel: Verzet en overgave.
Ik begin dit keer dicht bij de kerk(dienst) en het Christusfeest.
Wat zoeken mensen op zondagmorgen in de kerk?
Ik vroeg me dat af door een artikel over de socioloog Durkheim (1858-1917), die zich bezig hield met sociale cohesie. Hij definieerde religie als ‘gemeenschap zoeken’. Dat is te weinig. Een minderheid (protestanten?) hoopt op iets voor de bovenkamer, maar de meesten gaat het om troost, hoop, licht, inspiratie, Aanwezigheid… In de kern is de christelijke liturgie de vormgeving van ons verlangen naar het Geheim dat/die wij ‘god’ noemen.
Dezer dagen namen, anders dan de gedweeë ‘lichte’ kerken, Staphorsters en andere ‘zware’ gelovigen de beslissing om, met inachtneming van de RIVM-regels en de nog heersende grondwet, in hun enorme kerkgebouwen (2800-3000 zitplaatsen) stapeldiensten te houden met telkens enkele honderden gelovigen op minimaal 1500 mm afstand. Ze zongen zo zachtjes, dat ze niet boven het orgel uitkwamen. Ik heb er om gegrinnikt (foei!) en ook respect gevoeld.
Die ‘zware’ gelovigen kwamen niet alleen voor de gemeenschap bij elkaar. Er was na afloop geen ritueel koffiedrinken, maar ‘dat deden ze toch al nooit’. Wat was het méér. Ik waag het, als buitenstaander bij hun geloofsvorm, te veronderstellen dat zij in die twee uur hoopten de Stem te horen. Dat heet in deze kringen het verlangen naar ‘Bevinding’. Dat is een mystieke ervaring, die dieper gaat dan hun geloofsleer. Is het bij u en mij eigenlijk zo anders?
De kerstviering als voorbeeld
De consumptieve kerstcultuur zal het dit jaar minder uitbundig moeten doen zonder de massale volkskerstzang gevolgd door het diner enzovoort. Misschien hebben we daardoor wel meer stille ruimte om te overwegen, waar het (ook) al weer om ging? Dat is minder de ‘herdenking’ van een geboorte lang geleden en ver weg. Eeuwenlang probeerden gelovigen deze geboorte in hun eigen heden te trekken. Franciscus introduceerde de kerststal. De middeleeuwse schilder zette de stal in zijn eigen dorp met arme mensen en drie koningen verkleed als de edellieden van een nabijgelegen kasteel.
De liturgie haalt ook de menswording dichterbij. In de gregoriaanse Geloofsbelijdenis houdt de melodie even in: Et incarnatus est de Spiritu Sancto ex Maria virgine et homo factus est…..*. Johannes zal zeggen: Het Woord is mens geworden. Gods spreken en zijn aanwezigheid onder ons is van nu af déze Mens. Door de Heilige Geest is hij blijvend onder ons. We hoeven niet te wachten op de eindtijd of een definitieve pandemie. Ik waag het te zeggen: De wederkomst van Christus vond na zijn dood plaats op Pinksteren! De benedictijn, Thomas Quartier, schreef: ‘voor mij komt Christus iedere dag terug – in mensen.’ Dat kun je ook persoonlijk opvatten.
Buiten én binnen
Ik denk aan bisschop Augustinus over zijn zoektocht naar God: ‘Ik zocht jou buiten mij, maar binnenin mij was je’ (Conf. X,27. ±400). Soms wordt ons deze weg naar binnen geschonken.
De mysticus Silesius, een 17e eeuwse Lutherse predikant en later Rooms-katholiek, haalt de betekenis van deze geboorte wel héél dichtbij: ‘Wird Christus tausendmal in Bethlehem geboren und nicht in dir, du bleibst doch ewiglich verloren’. Ik denk, dat de rijmzin ‘ewiglich verloren’, bij de meesten van ons enig ongemak oproept. Maar je kunt er zoiets in beluisteren als: ‘dan had je geloof geen zin’ of ‘dan ben je op een doodlopende weg.’ De protestant Karl Barth had een afkeer van mystiek. Hij keerde Silesius’ quote om: Al is Christus duizendmaal in je hart geboren en niet in Bethlehem dan ben je nog verloren. Maar mijn geloof is niet meer afhankelijk van geografie!
Opvallend is dat Silesius niet zegt dat Jezus in je ‘binnenste’ geboren moet worden, maar dat ‘Christus in DIR (in JOU) geboren’ moet/wil worden. De kern van het Christusfeest is mijn hernieuwde oriëntering op Christus, de mystieke dialoog, die onze levensstijl bepaalt en vormt. Een levenslang proces.
En wie zichzelf kent weet dat ‘in dir’ minstens zo ongastvrij is, als het ‘in de stal’. We gaan met vallen én opstaan, als bij een pasgeboren kind.
Gezegend Christusfeest!
* Hij heeft het vlees aangenomen door de heilige Geest uit de Maagd Maria, en is mens geworden.
Jan de Jongh