Ik eindigde de vorige maand met deze spraakmakende uitspraak van Karl Rahner SJ én met ‘wordt vervolgd’. Daarmee heb ik me wel bovenmatig verplicht. Want ik weet écht niet hoe het verder gaat met het christendom. Ik hoop op de ‘mystieke’ weg.
Wat is mystiek?
Daarover schreef ik de laatste jaren een aantal kolommen. Mijn boek ‘De weg van de Stilte’ loopt daarop uit. Daarom kort: Mystiek wortelt in intens Godsverlangen, de ervaring van eenheid met ‘god’, het Mysterie, Heilige… waar we geen woorden voor hebben. Mystiek cirkelt om de wederzijdse Liefde van God en mens, zonder bijbedoelingen of belang. Voor mij is Liturgie de vormgeving van het Verlangen.
Mystici hebben een ander godsbeeld dan het algemeen bij ons gebruikelijke. Ik illustreer dat met een citaat uit een preek van de mysticus Meister Eckhardt (1260-1328):
‘Maar nogal wat mensen willen God met hun ogen zien, zoals ze een koe zien, en willen van God houden zoals ze van een koe houden. Daar houd je van om de melk en de kaas en om je eigen belang. Zo doen alle mensen die van God houden vanwege uiterlijke rijkdom of innerlijke troost; en die houden niet echt van God, maar ze houden van hun eigen belang. Ja, ik zeg naar waarheid: als je ook maar iets in je gezindheid vooropstelt wat niet God in zichzelf is, kan dat nooit zo goed zijn of het vormt een hindernis voor je ten aanzien van de hoogste waarheid’ (preek 35).
Een woestijnvader vatte samen: ik zit en kijk naar God, God zit en kijkt naar mij.
Godzoekers
Enkele persoonlijke observaties. Allereerst ‘de jongeren’: velen leven in het dwangbuis van waar ze in mee ‘moeten’: feesten, geld verdienen of bemachtigen, weekeinderoes, totale digitalisering van hun tijd, kleding, (studenten:) ‘punten’ halen, carrière, leenschuld, competitie… Rumi – een islamitische mysticus – noemde dat onze gevangenis.
Van jongerenbegeleiders begreep ik, dat jongeren vastlopen en snakken om uit die gevangenis verlost te worden. Buitenkerkelijke spiritualiteit wordt door oud en jong gezocht en verkocht. Voor velen is ‘De verwondering’ met Anemiek Schrijver op Twee een zondagmorgenritueel. Rahner zou veel van haar klanten ‘anonieme christenen’ noemen. Ook in de Islamitische gemeenschap zie die Allahzoekers naar persoonlijk geloof. Na de ‘Maatregelen’ zullen de gastenhuizen van kloosters wel weer vollopen. De Franciscanen van Megen doen jongerenwerk, Benedictijnen van de Willibrordsabdij verbouwden hun boerderij Bethlehem voor groepswerk mét Zenzolder. Je hoeft geen kerklid te worden om je soms even thuis te zijn rond het Mysterie dat ons allen aanspreekt.
Toekomst van de Kerk?
Opvallend: Rahner spreekt niet over de toekomst van de kérk, maar van het christendom. Bij kerk kun je aan twee dingen denken: de mensen met een ‘levend geloof’ zullen allereerst denken aan Hun Kerkgebouw. Een deel gaat daar zondags naar de ‘kerkdienst’ of kijken naar een digitale vervanging. Maar de meeste medelanders oud of jong denken bij Kerk aan een instituut met macht, regels, schandalen en nare ervaringen of een wereldvreemde club, als ze er nog iets bij denken. Het is niet voor niets, dat sommige studentenpastoraten het woord ‘kerk’ vermeden en zich met de Griekse naam Ecclesia tooiden, zoals Huub Oosterhuis nog steeds doet. Anderen gebruiken Nederlandse varianten: gemeente, (geloofs)gemeenschap, dé Dominicus, Zwanenhofvieringen, Evangelische gemeente e.d. Her en der ontstaan ‘Oosterhuizen’.
Het negatieve beeld van De Kerk is een enorm probleem voor de toekomst. Die blokkade dreigt iedere poging tot belangenloze ontmoeting, aanwezigheid, meelopen met godzoekers te verstoren. Hoe kan een ‘kerk’ in deze situatie met vele andere plekken weer een vindplaats voor godzoekers worden?
(Wordt vervolgd)
Jan de Jongh