Karl Rahner (1904-1984)
Een goede vriend zei onlangs ongeveer: Als de dames en heren in het ‘kremlin’ en de heren aan de Maliebaan in Utrecht zich verbeelden, dat straks na de crisis alles weer als van ouds wordt, dan vergissen ze zich. Er is voor goed iets veranderd! Die uitspraak zette me aan tot deze kolom.
De kerken zullen moeten ophouden met pappen en nathouden of sparen van kolen en geiten. Ze zullen radicale keuzen moeten maken. Want al enkele eeuwen verliest religie in de moderniteit aan betekenis. In een wereld vol goden (van voetbal, geld, reizen, mobielen, feesten enz.) zal de toekomst van de Kerken en van de Europese Islam worden bepaald door het wegvallen van de invloed en ervaren (christelijk) geloof in onze samenleving. Is reactie daarop straks vergeefse restauratie of…?
God, als hij al ‘bestaat’, overbodig
Vanaf ruwweg de vierde tot de zeventiende eeuw leefden we als Europeanen in een christelijke beschaving. Kerk en Staat vormden een twee-eenheid en waren de achtergrond van alles en ieders leven. Met horten en stoten is die cultuur verdwenen. Nu steeds meer is gebleken, dat wij geen geloof in ‘god’ meer nodig hebben om een fatsoenlijk leven te leiden, verdween ‘god achter de voordeur’. Nog een tijdlang bleven wel in het openbaar christelijke tradities bestaan. Overheden en bazen waren nog wel lid van een religieus instituut en geloofden in ‘god’, maar dat bepaalde niet meer hun leven en gedrag. Rond de 19e eeuw ontstond, behalve een opleving én tegenbeweging van bevindelijk christendom een strijdbaar, atheïsme. Dat werd in onze eeuw een tolerant of onverschillig atheïsme: Een nieuw humanisme weerlegt geen geloofshypothesen meer, omdat die vanzelf zullen afsterven. Sommige BNers hebben nog wel een negatieve band met het kerkelijk christendom. Maar over het algemeen heerst dankbare erkenning van wat het christendom onze cultuur heeft geschonken en daarmee zichzelf overbodig heeft gemaakt voor onze moraal en fatsoen. De seculiere samenleving heeft geen behoefte aan een godsdienstige Bron.
Persoonlijke beslissing
Wel voelen velen van ons zich ontheemd in een verwarrende wereld. We worden meegezogen in een stroom met een open einde. ‘Waar gaat het heen met ons bestaan?’ Ons denken en ons voelen worden bepaald door chaos, controle en verslavingen. Niets in onze samenleving nodigt ons meer uit om ons leven te leven in een religieuze eenheid. De ‘opvoeding’ in een christelijke levensstijl en de overdracht van de traditie door ouders op kinderen is na twee generaties verzand. Jongeren hebben veelal geen kennis van welke religie dan ook. Het is moeilijk onderwijs (georganiseerd in zuilen) nog als ‘christelijk’ te identificeren. Christelijke scholen gaan vaak op in ‘de gevulde algemeenheid’ of worden ‘oecumenisch’.
Gelovigen leven in een wereld, die vergelijkbaar is met die van de eerste christenen. Ook de Griekse en Romeinse cultuur was vervuld van goden. Maar wij herkennen zelfs onze obsessies niet als gods-dienst.
Daarom heeft, wie zich ‘christen’ wil noemen en zijn, in onze dagen een persoonlijke beslissing genomen. Dat betekent zoveel als een zich zelfstandig en tot in de ziel bekeren. Dat is vaak een eenzaam avontuur. Want wie alleen blijft leunen op ‘de traditie’ of opvoeding zal merken, dat dit eigenlijk het dagelijks leven niet meer bepaalt. Deze geloofsvorm is alleen een innerlijke wereld, los van of vlucht uit de werkelijkheid. De filosoof Kierkegaard noemde de beslissing christen te zijn voor zichzelf een ‘sprong’ zonder zekerheid. Er is geen andere keus voor religieus leven in de secularisatie, dan een innerlijke ervaren en geleefde Bron. Vandaag wordt ieder geloof vergezeld van twijfel: is er wel een dragende Aanwezigheid?
De toekomst van het christelijk geloof?
Bij mijn lectuur kom ik de laatste tijd nogal eens de uitspraak tegen, die boven deze kolom staat, van de theoloog Karl Rahner. Met mystiek verwees hij naar het grote belang van geloofservaring. Al een tijdje merk ik op, dat binnen en vooral buiten de kerkelijke kaders iets van deze ‘voorspelling’ in vervulling gaat. Het verlangen naar ervaren Heilige (plekken), Mysterie, omringende Liefde, ‘God’, Levensgeheim, Bron, Metgezel… Zijn wij allen niet op één of andere manier godzoekers?
(Wordt vervolgd)
Jan de Jongh