254 VENI (ZINGEN?!) IN DE PINKSTERTIJD

In Handelingen 19 wordt verteld dat de apostel Paulus in Efeze een paar leerlingen van Johannes de Doper tegenkomt. Hij vraagt hen dan: Hebben jullie de Heilige Geest ontvan¬gen? Ze zeggen: we hebben niet eens gehoord, dat er een Heilige Geest is! Al een jaar of twintig geleden wist nog maar één op de drie Nederlanders wat op Pinksteren gevierd wordt. Pinkpop?
Dat is niet altijd zo geweest. Zo heeft het oude lied ‘Veni Sancte Spiritus’, dat met Pinksteren in talloze bewerkingen over heel de wereld digitaal heeft geklonken, toen heel concrete maatschappelijke betekenis gehad.

Veni en de Boerenoorlog (1525)
Het verhaal daarover heb ik nog eens nagelezen in mijn boekje ‘Verhalen over radicalen’, 1985 (alleen nog antiquarisch in bibliotheken). Vanaf ongeveer 1520 kwamen de arme lijfeigenen, voornamelijk boeren en arbei¬ders in de zilvermijnen, in midden Duitsland in opstand tegen uitbui¬ting door de adel. Hun leider werd de ex-priester en predi¬kant uit Zwic¬kau Thomas Münzer (1490-1525), die een sterke reli¬gieuze en eind¬tijd lading aan de opstandige beweging gaf. Münzer was een mysticus, die geloofde in het spoedige Koninkrijk op de nieuwe aarde. Hij was geen vriend van Luther, die binnen de perken van de bestaande adellijke struc¬turen wilde blijven en niets van deze ‘Schwärmerei’ moest heb¬ben.
Luther schreef een gruwelijk boekje aan de ‘ordentliche Obrich¬keit’ tegen ‘de roofzuchtige boeren’. Hij ziet in Münzer de personificatie van de duivel en ‘Daar¬om lieve heren redt en komt te hulp… knuppel ze neer, wurgen een neersteken moet men hen… zo als een dolle hond moet men ze neerslaan… dood ze, verbrand ze.’
In half mei 1525, rond Pinksteren, was de eindslag van de boeren¬op¬stand. De boeren en mijnwer-kers verza¬melden zich bij Fran¬ken¬hausen (midden Duitsland). Op de huidige Schlachtberg werden de primitief bewapende boeren eendrachtig door protes¬tantse en roomse vorsten afgeslacht. Daarna werden zo’n 130.000 boe¬ren, vrouwen en kinderen op het schavot vermoord en voor de rest werd de lijfeigenschap verzwaard.

Zingend ten strijde
Men zegt dat de opstandelingen in die meimaand het oerou¬de ‘Veni Sancte Spiritus’ uit de vespers van Pinksteren* aanhieven:

Veni Sancte Spiritus    Kom Heilige Geest
Et emitte caelitus      en zend uit de hemel
Lucis tuae radium.      uw lichtstralen.

Maar de boeren zullen wel gedacht hebben aan de tweede strofe:

Veni pater pauperum,    Kom vader van de armen,
Veni dator munerum,     Kom schenker van gaven,
Veni lumen cordium.     kom licht in de harten.

Oosterhuis bewerkte die strofe:
Welkom armeluisvader,
welkom opper¬schen¬ker,
welkom hartenja¬ger’.

Uit oude kronieken is bekend dat op het Veni Sancte Spiritus in de middeleeuwen wel gedanst werd. Hoe aards is de Geest! Arme boeren en mijn¬werkers zongen in hun strijd om bevrijding ‘Kom Heilige Geest’. De Geest als ophit¬ser. De Heilige Geest voor mensen die snak¬ken naar de materie¬le troost van een menselijk bestaan onder de zon. Ons voorgeslacht lieten de geest niet boven de aarde zweven aan het touw van het ‘hogere geloof’, het spiritu¬ele. Hoe komt het dat wij het woord ‘Geest’ as¬socië¬ren met het spiri¬tue¬le? Dat heeft onder andere te ma¬ken met de ontwikkeling van de taal. Zo¬wel het He¬breeuwse als het Griekse en Latijn¬se woord ‘geest’ heeft als de oor¬spron¬ke¬lijke bete¬ke¬nis: wind, adem. Adem is de vita¬le functie bij uit¬stek. ‘Geest’ heeft bij ons misschien alleen in ‘levens¬geest’. Wij associëren het met vluchtig, on¬grijpbaar, abstract, onli¬cha¬me¬lijk. Geestelijk leven is voor ons leven alsof je geen lichaam hebt. We kunnen ons zo’n lichamelijke expressie van de Geest, zoals dat mid¬del¬eeuwse dansen op Veni niet meer voorstellen.

  • De Veni-sequentie wordt toegeschreven aan Innocenti¬us III (1161-1216) of zijn vriend, aartsbis¬schop van Canter-bury, Stephen Langton (1165-1228). Lb 269 berijming Schulte Nordholt. Bew. Oosterhuis Lb p.1143. De Taizé strofe Lb 681. In een aantal katholieke bundels achter in de bundel Gregoriaans met vert. Schulte Nordholt.
    Jan de Jongh