249 2 FEBRUARI: MARIA LICHTMIS

Onlangs zei iemand: De kersttijd eindigt toch met Maria Licht­mis? Ze heeft gelijk. Lucas (2:22) ein­digt zijn geboortever­haal met:

‘Toen de dagen hunner reiniging naar de wet van Mozes vervuld waren (de veertigste dag na de geboorte), brachten zij hem (Jezus) naar Jeruzalem om hem de Eeuwige voor te stellen, zoals geschreven is…’ Simeon barst dan in zingen uit: ‘Nu laat gij Heer uw knecht in vrede gaan, want mijn ogen hebben uw heil gezien… licht tot open­baring voor de heidenen.’ Het missaal ‘vertaald’ hunner met Maria en het Kind!!. En Jozef dan?

Maria Lichtmis
De veertigste kerstdag is 2 februari en werd bekend als “Maria Lichtmis’. In de ogen van protestanten – als ze er al van gehoord hebben – is dat een echt ‘rooms’ feest en voor moderne vrouwen een gruwel. Toen ik las wat de gerenom­meerde liturg Pius Parsch er in mijn geboortejaar over schreef, be­greep ik beter waarom protestanten in mijn jeugd niets van dat ‘roomse gedoe’ moesten hebben.

Ik heb trouwens de indruk dat dit feest van ‘Maria Zuivering’ (naam in oude missaal) bij katho­lieken wat in de versukke­ling is geraakt en dat ondanks het nieuwe missaal, waar het hele­maal gaat over de voorstel­ling van Jezus in de tempel:  ‘(het is) in de eerste plaats een feest des Heren. De gedachte aan de rituele reiniging van zijn moeder Maria treedt hierbij op de achtergrond’.

Onreine vrouwen
Dat reinigingsritueel komt uit de bijbel (Levi­ticus 12:1-4). Na de geboorte van een zoon was een vrouw in Israël veertig dagen onrein en aan huis gebon­den. Maria had een bof, dat het geen meisje was, want de ter­mijn voor een meisje was tachtig dagen.

Maria Zuivering werd de basis voor het gebruik dat een rooms­katholieke jonge moeder na veertig dagen door de zijdeur de kerk betrad en dan door de priester (met haar hand aan zijn pries­tersto­la) naar het Maria-altaar werd geleid. In de jaren zeventig is dit gebruik, vooral door de afkeer van het idee ‘reiniging’ verdwenen. ‘Men kent niet het verschil tussen rituele en morele reiniging’, schreef een priester mij. Zou deze kennis de afkeer verminderen? In elk geval zei een oudere vrouw me, dat ze dit ‘super vernede­rend’ had gevon­den.

Romeinen
De idee van de onreinheid van vrouwen bij bepaalde gelegenhe­den is trouwens niet typisch christelijk of ‘rooms’. Al eeuwen voor Christus was er bij de Romeinen in februari het Luperca­lia feest. Eén van de rituelen was, dat mannen met in bloed van offerdieren ge­drenkte riemen (Latijn: februa!) door de straten liepen en daarmee de vrouwen sloegen, omdat deze reiniging de vruchtbaar­heid zou bevorde­ren. In 512 is dit feest door paus en keizer omgedoopt in ‘Maria Reini­ging’. En ondanks alle pogin­gen om de aandacht op de Heer te richten, bleef deze naam onder het kerkvolk popu­lair.

Lichtprocessie
Nu is het feest weer helemaal gericht op de Voorstelling van Jezus in de tempel. In de liturgie is er dan onder andere een processie van de gelovigen met brandende kaar­sen door de kerk. De betekenis daarvan is veran­derd. Was het eerst een ‘hulde aan Maria’, nu verbeeldt het (volgens het nieuwe missaal) onze opgang naar Jeruzalem (= de Kerk), waar we in het voet­spoor van Simeon (‘licht stralend voor de volken’) de Heer (in de eucharistie) ontmoe­ten.

Zoals u begrijpt ben ik gek op kaarsenprocessies. Maar ik zou aan het feest ter afsluiting van de kerstkring toch een wat andere betekenis willen geven. Op Kerst verschijnt het licht van Christus aan de herders, op Epifanie (6 januari) aan de volken (de magiërs), op 2 februari wordt het ons in handen gegeven om het de wereld in te dragen door onze manier van leven.

Hoewel ik met allerlei elementen uit deze nieuwe liturgie moeite houd, is het tweede gebed uit het missaal zelfs door een pro­testant nog wel mee te bidden:

God, gij zijt het ware licht, de bron en zetel van het licht dat eeuwig straalt. Vervul uw gelovigen met de luister van het onvergankelijke licht en geef dat allen die in uw tempel het licht van deze kaarsen dragen eens het licht van uw glorie mogen aanschouwen. Door Chris­tus…

Jan de Jongh