245 Francicus van Assisi (4 oktober)

Het beeld van Franciscus
Franciscus (± 181-1226) is ook onder protestanten populair. Want hij is een profeet voor onze tijd (titel van het boek van N.G. van Doornik). Vooral voor wie het natuurbehoud ter harte gaat – en wie gaat dat niet? – zijn de preek tot de vogels, zijn kerststal met os en ezel en het zonnelied een bron van inspiratie. Zijn vierdag (4 oktober) werd dierendag. Maar het is de vraag of Franciscus wel zo’n natuurliefhebber is geweest. Romantische biografen maakten van hem een soort heilige Peter Pan. Hélène Nolthenius schetst in haar prachtige biografie, Een man uit het dal van Spoleto, een wat realistischer beeld. Maar is het belangrijk precies te weten hoe de historische Franciscus in elkaar stak? De overlevering deed met Franciscus, zoals ze deed met de man uit Nazareth met wie hij zich zo sterk identificeerde. Feit en geloofsbeeld zijn niet meer te scheiden. Daarom kun je ook over hem niet anders dan in de taal van het hart en met geest-drift vertellen. Het beeld ‘Franciscus’, zoals zich dat uitkristalliseerde in de ongelooflijke en blijvende navolging, is nog steeds een bron van motivatie en inspiratie. Een blijvend geweten voor alle christenen. Wie zich verdiept in het verhaal van zijn leven zal ontdekken dat dit geweten verder gaat dan het lidmaatschap van Milieudefensie of Lekker Dier. Franciscus verzet zich, evenals zijn oudere tijdgenoot Petrus Waldo, de vader van de Waldenzen, tegen een maatschappijstructuur waarvoor vergaren van rijkdom en onderdrukking van armen kenmerkend zijn. Armoede en milieubederf hebben dezelfde oorzaak. ‘De armen om Christus’ wil’, zoals men de franciscanen noemde, lieten in soms bizarre radicaliteit zien dat – in termen van onze tijd – economie een zaak van geloof is en dat je anders kunt omgaan met de levensmiddelen. Waldenzen en een deel van de Franciscanen werden door de toenmalige kerk vervolgd, omdat ze bedreigend waren voor het vroeg-kapitalisme in de opkomende steden. Over zijn leven, bekering en invloed: Jan de Jongh, Verhalen over radicalen, Kampen 1985.

Ingepakt
Twee jaar na zijn bekering staat Franciscus met twaalf(!) van zijn broeders in de troonzaal van paus Innocentius. Op een stukje papier heeft hij zijn orderegel geschreven. Maar Innocentius vindt déze regel te zwaar. Zo radicaal kiezen kan niet. Innocentius had er niet op gerekend, dat er mensen zijn, die zijn eigen boek Over de verachting van de wereld serieus zouden nemen. Na de audiëntie verlaten Franciscus en zijn broeders het Lateraan voorzien van de monniken-tonsuur en de pauselijke zegen. Voortaan behoren ze tot het kerkelijk establishment. De ontmoeting tussen Franciscus en Innocentius toont het tragische dilemma van de kerk: gelovig kiezen tegenover gezond verstand. Franciscus vraagt erkenning dat Christus geen dwaas was. Onze sympathie gaat uit naar Franciscus, maar we zijn zo verstandig, Innocentius gelijk te geven.

Gebed naar Franciscus
Heer, maak mij een werktuig van uw vrede,
waar haat heerst, laat mij liefde brengen,
waar gekwetst is, vergeving,
waar tweedracht is, verzoening,
waar dwaling is, waarheid,
waar twijfel is, geloof,
waar wanhoop is, hoop,
waar droefheid is, vreugde,
waar donkerheid is, licht.
Heer, help me er meer op uit te zijn om
te troosten, dan getroost te worden,
te begrijpen, dan begrepen te worden,
lief te hebben, dan lief gevonden te worden,
want,
als we geven, worden we rijk
als we onszelf vergeten, vinden we vrede
als we vergeven, ontvangen we vergeving,
als we sterven, staan we op.