235 VAN AANGEZICHT TOT AANGEZICHT (2): Mystiek.

Een lezer vroeg: Waarom deze naam voor de serie over mystiek? Ik bedacht die spontaan door de lezing van Psalm 27. Het is voor mij een mystieke psalm. Het Ne me quitte pas (Jaques Brel) van een psalmist.

Fragment Psalm 27
Van u zegt mijn hart steeds:
‘zóek zijn áanschijn!’ – *
Ene, úw aanschijn zál ik zóeken!

Wil uw aanschijn niet voor mij verbergen,
wijs uw dienaar niet
toornig af,
gij waart toch stéeds mijn húlp; *
wil mij niet verstoten, niet verlaten,
o mijn God, o gíj mijn rédding!

Ja, zullen mijn vader en mijn móeder mij verláten *
De Ene verzámelt mij bij de zíjnen.
Naardense Bijbel
Genoteerd om Gregoriaans te zingen. De * is het rustpunt

Mystici kennen een groot verlangen naar eenheid met God en Christus. Die onuitsprekelijke intieme ervaring kunnen ze soms verwoorden met zoiets als ‘Gods aangezicht zien’.

Drie vormen van geloof
In de praktijk komen we drie op elkaar volgende soorten geloof tegen. Allereerst is er de instemming met de regels en leer binnen de geloofsgemeenschap, meestal een kerkelijk instituut, dat de ware leer beheert en bewaart. Voor velen is geloof het ‘voor waar houden’ van die leer. Ik ervoer de vorm van mijn openbare geloofsbelijdenis daarheen verwijzen. Zo heb ik ook voornamelijk mijn studie theologie beleefd.

Voor anderen gaat de geloofspraktijk verder. Het is niet alleen het geloof aanvaarden en belijden, maar je beleeft het ook met je hart. Dat komt tot uiting in de dagelijkse praktijk: in je geloofsgemeenschap, je gezin en je innerlijk. Spiritualiteit is dan geen lijdelijke instemming, maar het actief streven Christus ‘na te volgen’.

Bij mystici gaat het dieper. Bij hen is er sprake van een ervaringsmatige dimensie van het geloven. Het verlangen naar ‘god’ en de eenwording met Christus ervaren.

Om een ander ‘doorzicht’
Een mystieke ervaring kan een mens onverwacht ‘zomaar’ of gedurende een leven van contemplatie geschonken worden. In de geschiedenis van de kerk komen we veel namen tegen van mensen die hun ervaringen geprobeerd hebben te beschrijven met menselijke woorden. Ze zoeken verbeeldingen van hun ervaring. De één poëtisch (Johannes van het Kruis), een ander meer rationeel (Meister Eckhardt). Er zijn ook beeldende kunstenaars waarvan het werk ontstaat uit een dieper schouwen. Het nachtgebed van Chagall, dat ik  hierbij voeg, brengt dat ‘onder woorden’. Over onze ervaringen kunnen we alleen maar in tekortschietende beelden vertellen: Godspraak is Beeldspraak (2006).

De Joodse schilder Marc Chagall (1887 – 1985) maakte een serie schilde­rijen over Godontmoetingen in de Thora. Ze zijn te zien in het speciaal daarvoor ontworpen Musée du Message Bibli­que (Museum van de Bijbelse Boodschap) in Nice. Kort na zijn overlij­den lag in dit museum een condoléancere­gister. Zijn gebed daarin ontroerde me. Ik herkende daarin de mystieke bron van zijn schilderijen. Ik schreef zijn gebed over en vertaalde het.

Mon Dieu, pour l’autre clarté
Que tu as donnée à mon âme, merci.
Mon Dieu, pour la tranquillité
Que tu as donnée à mon âme, merci.
Mon Dieu, la nuit est venue
Tu fermeras mes yeux avant le jour.
Et moi je peindrai de nouveau
Des tableaux pour toi
sur la terre et le ciel.

Mijn God, voor een ander doorzicht
dat je hebt gegeven aan mijn ziel: dank.
Mijn God, voor de vrede
die je hebt gegeven aan mijn ziel: dank.
Mijn God, de nacht is gekomen
je zult mijn ogen sluiten voor de dag.
En ik, ik zal opnieuw schilderen
verbeeldingen voor jou
over de aarde en de hemel.

Jan de Jongh