Aan dit geheugenspel moest ik denken toen ik besefte, dat deze kolom uitkomt in de vakantietijd. Daarom verplaats ik het vervolg over gebed en mystieke ervaring naar september. In deze zomerkolom noem ik over dit thema enkele tilbare boeken, die geschikt zijn om ‘onderweg’ te gebruiken. Ieder kent perioden van overgang naar een nieuwe of noodzakelijk andere levenssituatie. In zo’n geval hebben we behoefte onze manier van leven te overdenken en misschien ingrijpend te veranderen. Ook de praktijk van ons ‘geestelijk leven’ en de zoektocht naar of de ontmoeting met ‘god’ vragen dan aandacht. Het moderne leven is druk en biedt daarvoor weinig ruimte. Tijdens een vakantie of stille zomertijd zijn er de natuurwandelingen, de tuin of het balkon of de vroege morgen, die als vanzelf brengen tot zelfonderzoek. Daarbij kan de ervaring van anderen ons helpen en de moed geven om wat misschien verloren ging opnieuw te overwegen.
Kloosterstructuur
Toen het tot mij ging doordringen, dat ik in een nieuwe periode van mijn leven was beland, verlangde ik naar een verblijf bij de Benedictijnen om de dingen op een rijtje te krijgen. De gestructureerde dagindeling van gebed, meditatie en werk van het kloosterleven geven rust voor zelfreflectie. Echter een meerdaags verblijf in een klooster waren voor mij niet meer mogelijk. Ik besloot toen dat mijn eigen huis mijn ‘klooster’ zou worden. De inrichting daarvan vroeg allereerst een dagstructuur In contemplatieve kloosters is er meestal na het morgengebed een tijd voor de zogenaamde lectio divina, de geestelijke lezing. Door iets vroeger op te staan werd dat voor mij ook mogelijk. Een goed begin van de dag! Ik zocht in mijn bibliotheek naar stof voor die lectio. Misschien heeft u aan mijn keuze iets voor onderweg of een dagelijks stil moment.
De titels die ik vanuit persoonlijke ervaring aanraad zijn geen kiloknallers, maar (op één na) boekjes passend in een rugzakje. Het zijn ook geen zelfhulpboeken. De schrijvers laten veelal anderen aan het woord of laten tussen de regels door iets zien van eigen spiritualiteit. Ze zijn ook aan de traditionele kerkleer min of meer voorbij.
1. Bij de inrichting van mijn klooster had ik veel aan Wil Derkse, Een levensregel voor beginners. Benedictijnse spiritualiteit voor het dagelijks leven. Ik kreeg het van de schrijver (toen directeur van Stichting Thomas More u em. hoogleraar) bij mijn afscheid in 1997, 126 blz.). De inhoud spreekt me twintig jaar later pas aan. Derkse vertaalt de regel van Benedictus naar het niet-monastieke leven. De “vertaalde’ regel helpt je aan een beter tijdbeheer (gevulde agenda, maar nooit druk) en een dagstructuur. Voor wie aan anderen (be)lelding geeft, zijn de aanwijzingen voor de abt – stimuleren tot groei en luistertalent – heel vruchtbaar.
2. Jurjen Beumer (1947-2013), Bidden. Het meest intieme gesprek (148 blz.). In de jaren zeventig Predikant in Oldenzaal. Samen richtten wij de Basisgemeente Twente op. Via de K.G.IJmond vertrok hij in 1986 als diaconaal predikant naar Haarlem, waar hij het Oecumenisch Diaconaal Centrum ‘Stem in de Stad’ stichtte en zich als directeur in zijn publicaties en levensstijl verbond hij maatschappelijke inzet voor de machtelozen gedragen door gebed en mystiek.
Het boekje geeft in een groot aantal korte paragrafen werkelijk alles wat er over gebed te zeggen en vooral te ervaren is. Bewonderenswaardig raakt hij precies de kern b.v. rond het probleem van het vraaggebed, het bidden met anders gelovigen, gebedgenezing, de twijfel aan het Adres, de Zwijgende god, en nog veel meer. Lees het in korte stukjes en neem daarna de tijd om te overwegen.
Désanne van Brederode schreef in Roodkoper: Bidlustopwekkend, dat is het woord dat Beumers boek het beste samenvat. Als mijn ziel kon watertanden, deed ze het meteen.
3. Kick Bras, Oog in Oog. Christelijke mystiek in woord en beeld. 2017 (216 blz.). De predikant Bras, verbonden aan het Titus Brandsma instituut, schreef niet weinig over Christelijke mystiek en spiritualiteit. In dit prachtig in kleuren uitgegeven boek spiegelt hij 55 kunstuitingen met mystieke teksten, die hij kort becommentarieert. Ook als je zijn commentaar niet geheel past, geeft dit toch te denken. Ik gebruikte het boek tweemaal als lectio divina en zal dat nog wel eens doen.
Verder wil ik nog noemen: J. Beumers. Godzoekers. Van Benedictus tot Oosterhuis (175 blz.).
K. Bras, De ziener (= Dionysius de Areopagiet), Mystieke inzichten (48 blz.).
Goede (levens)reis gewenst,
Jan de Jongh.