225 OVER BALLINGSCHAP (3)

Intro: Omdat het beeld van de Ballingschap veel betekenend is voor onze situatie, schrijf ik een aantal kolommen over de verschillende aspecten van de Ballingschap.

Kerstfeest of Christusfeest?
Jarengeleden conserveerde het Openluchtmuseum in Arnhem vier aaneenschakelde 19e eeuwse huisjes voor Tilburgse textielarbeiders. Achter de ramen zag je in de kleine kamertjes een reeks van kerstentourages. Het eerste huisje (1850): kale armoede; het tweede: een maaltijd op tafel’; het derde: een maaltijd met wat kerstversiering en een madonna; het vierde (1950) een pandvullende kerstboom, daaronder pakketten en een overvloedige maaltijd bij kaarslicht.

Het bord met toelichting vertelde: textielarbeiders vierden omstreeks 1850 geen kerstfeest. Maar gingen ze dan niet naar de kerstnachtmis in die Roomse streken? Natuurlijk wel.

Het onderschrift zegt, dat de inrichters van die tentoonstelling bij kerstfeest alleen dachten aan de midwintersfeer, de herdertjes die in de Hema bij nachte liggen en aan eten, veel eten. Dát ontbrak bij kerstfeest van de armen van 1850.

Eigenlijk is in de openbaarheid van onze samenleving de religieuze connotatie van het Christusfeest folklore geworden. Wat Matteüs en Lucas over de geboorte van Christus vertellen, werd aankleding van een seculier volksfeest. De kerk heeft 25 december weer teruggegeven aan het feest van de Ónoverwinnelijke Zon(negod) bij de Jaarwende..

Wat vieren we eigenlijk?
Rond het kerstfeest tekent zich voor christenen iets van de vervreemding of ballingschap in eigen cultuur af. Want temidden van deze seculaire luidruchtigheid en consumptie vieren christelijke gemeenschappen Christusfeest. Wat is daarvan het eigene? Ja, de geboorte van Jezus. Maar dat is twee duizend jaar geleden, ver weg. Hoe krijg ik contact met dat verre gebeuren?

Eeuwenlang probeerden gelovigen die geboorte in hun eigen heden te trekken. Franciscus introduceerde de kerststal met vee en een moeder met baby. De middeleeuwse schilder zette de stal in het eigen dorp en de drie koningen zien er uit als de edellieden van het nabijgelegen kasteel.

Ook de liturgie haalt de menswording dichterbij. In het Credo houdt de melodie even in: Et incarnatus est de Spiritu Sancto et homo factus est… Johannes zal het zo zeggen: Het Woord is mens, geworden. Letterlijk staat er het Woord is ‘vlees’ (incarnatus est) geworden (1:14). Gods spreken en zijn aanwezigheid onder ons is van nu af déze Mens.

Toch zal bisschop Augustinus over zijn zoektocht naar God in zijn Belijdenissen schrijven: Ik zocht jou buiten mij, maar binnenin mij was je (Conf. X,27. ±400). Voor hem blijven alle pogingen om de Geboorte dichterbij te halen zoeken ‘naar buiten’.

Silesius
De mysticus Silesius, een 17e eeuwse Lutherse predikant en later Rooms-kahtoliek,  schreef: ‘Wird Christus tausendmal in Bethlehem geboren und nicht in dir van Christus, du bleibst doch ewiglich verloren’.

Ik denk, dat de rijmzin ‘ewiglich verloren’ bij de meesten van ons enige ongemak oproept. Maar je kunt er zoiets in beluisteren als: ‘dan had je geloof geen zin’, of ‘dan ben je qua zingeving van je leven op een doodlopende weg.’

Opvallend is dat Silesius niet zegt dat Jezus in je hart geboren moet worden, maar dat ‘Christus in DIR (in JOU) geboren’ moet/wil worden. De menswording van Christus kan gebeuren in heel ons mensenleven? De kern van het Christusfeest is niet de gedachtenis van een tweeduizend jaar geleden geboorte, maar de oriëntering op Christus, de mystieke dialoog, die ons leven bepaalt en vormt. Dat is een levenslang proces. Christus wil steeds weer opnieuw geboren worden ‘in dir’.

En wie zichzelf kent weet dat ‘in dir’ minsten zo ongastvrij is als het ‘in de stal’. Het gaat met vallen én opstaan, als bij een pasgeboren kind.

Jan de Jongh