Thema 6 uit: Jan de Jongh, God in de kring van de goden. Griekse tragedies en het christendom. Skandalon 2016
In veel Griekse tragedies speelt de voor ieder herkenbare kwestie te móeten kiezen tussen twee kwaden. De tragedies vragen dan hoe je in een dergelijk tragisch conflict van waarden nog een ‘goed’ mens kan blijven. Ik illustreer dat aan het verhaal van Agamemnon.
Tragisch dilemma
De Griekse vloot heeft zich verzameld in Aulis voor de afvaart naar het gehate Troje, waarheen Paris de vrouw van Menelaos, Helena, ontvoerde. De godin Artemis veroorzaakt een windstilte, waardoor de vloot niet kan uitvaren. Ze eist in ruil voor gunstige wind bij monde van de legeraalmoezenier dat de opperbevelhebber Agamemnon, broer van de gedupeerde echtgenoot, zijn dochter Ifigeneia aan haar offert. Agamemnon wordt dus gedwongen te kiezen tussen het leven van zijn dochter en de oorlog tegen Troje. Intussen dreigt rebellie door voedselgebrek op de schepen. In de versie van Euripides zal zijn militaire eerzucht het winnen van zijn krachtig betuigde vaderliefde en laat hij Ifigeneia offeren.
In de versie van Aischylos is zowel de opdracht van Artemis (offer van het kind) als die van Zeus (Troje straffen) van kracht, ze kruisen elkaar. Daar kan Agamemnon niets aan doen. Zijn keuze wordt hem dan ook niet aangerekend.
We verwachten wél van hem eenzelfde worsteling tussen liefde en vrome plicht en afschuw bij het brengen van het offer als in het bijbelse Abrahamverhaal. Maar als Agamemnon eenmaal heeft beslist, omarmt hij volgens het koor trots ‘met hartstocht’ het lot en heeft hij zijn´aarzelen tot al-durf omgedacht´. Het koor verwijt hem dit ´omdenken´ van zijn emoties. Hij had in zijn dochter geen ´geit´mogen zien. Hij had verscheurd moeten worden door haar roep, ´vader!´, echt te hóren´. Hij had met het koor de paradoxale eisen van de goden moeten overwegen.
Kun je emoties omdenken en veranderen? Moet je ze rationeel kunnen verantwoorden? Volgens de filosoof Martha Nussbaum, die daar een heel boek over schreef, kan dat.
Actualiteit
Is het offer van Ifigeneia of in de bijbel van Jefta´s dochter aan ‘god’ iets uit de barbarentijd? Israël verving de mens door een dier. Het christendom ging met het dier christologisch om, zodat het weer een mens werd. In de theologie en liturgie van de eucharistie wordt het lichaam en bloed van Christus aan ‘god’ als offer aangeboden. Nog immer is een plaatsvervangend mensenoffer aanvaarde praktijk: jongens en meisjes laten wij hun leven offeren in oorlogen voor het ‘vaderland’ of de ‘vrede’. Het offer, dat verbeeld wordt in dogma en liturgie, werkt door in de verering van het levensoffer van de ‘helden’.
Tragisch is ook de keuze die burgemeesters, politiemensen en andere bestuurders tijdens de Duitse bezetting (1940-45) moesten maken. Wat moesten ze doen? Hun post verlaten en onderduiken of blijven zitten? Wanneer ze ontslag namen, kwam er een NSB-er op hun plaats en hielden ze schone handen. Bleven ze zitten, dan konden ze de effecten van de Duitse maatregelen voor de bevolking misschien verzachten of in individuele gevallen saboteren. Degenen die besloten te blijven, kregen het tenslotte moeilijk met hun integriteit en geweten. De weigering op een later moment om bevelen uit te voeren kostte sommigen het leven.
Om niet meer te noemen: het tragisch dilemma van de bureaucratie bij de uitwijzing van vluchtelingen. Twee strijdige waarden staan tegenover elkaar: de handhaving van wet (door ‘omdenken van emoties’) én de zorg om de soms onmenselijke gevolgen van die wet. Beide waarden kunnen niet tegelijk volledig gehonoreerd worden. Dat nu is kenmerkend voor veel tragische dilemma’s. Op de keuzen die wij maken of de compromisen (deals) die we sluiten past dan in elk geval geen trots.
Jan de Jongh