In het najaar tijdens de verschrikkingen van oorlogen en de ellende van mensen die moeten vluchten, schrijf ik deze kolom. Is dat geschrijf over liturgie in deze duisternis niet volstrekt zinloos en bizar? Zal ik de redactie bellen en zeggen, dat ik er niet meer in geloof? Wie dit niet herkent, moet maar niet verder lezen.
De zondag na Aswoensdag (10 februari) leest de kerk, dat Jezus zich veertig dagen vastend op zijn opdracht voorbereidt. Ook wij tellen de Veertigdagen van bezinning ons op onze levensweg: Waar besteed ik mijn leven aan? Wat is de roeping van onze geloofsgemeenschap? De ‘vernieuwing van de doopgeloften’ geeft in de Paasnacht aan dit aspect een liturgische vorm. Het gaat in de Veertigdagen om concentratie daarop en vasten zou daaraan dienstbaar kunnen zijn.
Zij sterven onze dood
Wat is de zin van vasten? In Israël was vasten een teken van boete en berouw en een ‘reinigingsritueel’ voor de ontmoeting met de Heilige. Voor de doopleerlingen in de oude kerk en de latere kluizenaars is vasten vooral een middel tot concentratie op het éne: groei in de omgang met de Eeuwige. In de middeleeuwse kerk wordt het een verdienstelijk werk en dient vasten om het afsterven van het natuurlijk leven te bevorderen. Het lichamelijke, kerker van de ziel, mag niet te veel aandacht krijgen. In onze tijd speelt het een rol in de sappige gezondheidskuren.
In onze dagen is nog een ándere oeroude betekenis teruggekeerd. We komen die bij de profeten en Jezus al tegen. Zij fulmineren tegen een vasten dat alleen uit is op eigen religieuze verwennerij of uiterlijk vertoon, terwijl uitbuiting en onderdrukking, geweld en oorlog voortduren (b.v. Jesaja 58:1-12, Joël 2:12-14, Mattheüs 6:16-18). Vasten is bij hen een teken van solidariteit met de arme, de lijdende, de dode. Wanneer ‘de zoon van Bathséba’ – dat naamloze kind uit Davids moord en ontucht – gaat sterven, vast David (II Samuël 12). Hij vereenzelvigt zich met het kind. Sterft dit kind niet zijn dood? Hoe velen sterven er in deze wereld in onze plaats? Zij sterven onze dood?
Verzet
Vasten kan zo ook vandaag uitgroeien tot een vorm van verzet tegen de dodelijke machten van onderdrukking, onrecht en dood. De vraag is daarbij niet in de eerste plaats of zo’n protesterend vasten ‘effect’ heeft. Mensen zeggen er mee, dat ze geen hap meer door hun keel kunnen krijgen vanwege het onrecht.
Vasten bepaalt ons ook bij de waarde van het leven en de dingen. Er blijkt een andere stijl van leven mogelijk! Hoe gaan we met de schepping om? Op weg naar Pasen brengen we zo de dood en opstanding van Jezus in verband met het lijden en de bevrijding van héél de schepping (Romeinen 8:18-22).
Zo kan vasten zelfs een politiek actiemiddel worden: bewuste ongehoorzaamheid aan de dwang van verspilling en consumptie en protest tegen de mensverachting.
Samenvatting
Eén of andere vorm van vasten kan in onze dagen bedoelen:
– concentratie op het ene en de Ene;
– ruimte maken voor gebed en stilte;
– verzet tegen de doodscultuur;
– solidariteit met degenen die altijd moeten vasten;
– aandacht voor wat wij met de schepping doen;
– hernieuwde bezinning op onze inzet en verantwoordelijkheid.
Het collectieve vasten is bij ons in de kerken verdwenen. De vormen kunnen daarom individueel verschillend zijn: beperking of geen luxe eten, geen vlees eten (het lijden van de dieren!), vermindering van energiegebruik, tijd nemen voor meditatie en stilte of voor een vrijwillige taak. Misschien wel een vrije dag en treinreis voor de demonstratieve wake bij de grensgevangenis op Schiphol.
Jan de Jongh