Intro. In het begin van dit jaar schreef ik twee kolommen over De Liturgische kleerkast. Mijn vriend, de antropoloog André Droogers, ontdekte dat in PKN-kring predikanten uitgedaagd worden een ‘boordje’ te dragen. Met zijn instemming wil ik u van zijn column 33 (www.andredroogers.nl) in de reeks Liturgische Kleerkast deelgenoot maken. (jdj)
In het PKN-boekje ‘100 tips & stops voor de missionaire gemeente’ staat deze tip: ‘Doe eens gek, draag een boordje!’. ‘Kerkinformatie’ van februari 2014 portretteert een Overijsselse predikant die deze suggestie uitprobeert. Zijn indruk is dat hij op straat meer wordt aangesproken. De reacties van zijn collega’s lopen uiteen. Er zijn er die niet altijd herkenbaar willen zijn, of die scheef aankijken tegen het verwachtingspatroon dat met zo’n boordje mee komt. Maar anderen reageren positief en overwegen het boordje aan te schaffen. ‘Kerkinformatie’ verwijst heel praktisch naar een Britse website waar fair trade clergy shirts te koop zijn.
Het pastoorsboordje is een mooi voorbeeld van een religieus kledingstuk met een santenkraam aan betekenissen. Alleen de benaming ‘pastoorsboordje’ laat zien dat allereerst gedacht kan worden aan een katholieke zielenherder. Dat roept betekenissen op die de Overijsselse predikant vast niet omarmt. Hij zal er niet op uit zijn het gezag terug te winnen dat meneer pastoor ooit genoot. En vermoedelijk zal hij ook niets op hebben met de RK mediapriesters, type Antoine Bodar, die in deze tijd nog een boordje dragen en die alleen al daarom voor conservatief doorgaan. Toch kan iedereen die deze predikant ziet lopen wel zulke associaties hebben. Betekenissen zijn besmettelijk spul. Je weet bij voorbaat niet wat je oproept.
Maar waar komt dat boordje eigenlijk vandaan? Verrassend genoeg is het een Brits-Protestantse uitvinding, uit de 17e eeuw. Niks katholiek. Zowel Methodisten als Presbyterianen claimen het oorspronkelijke idee. Katholieken en Anglicanen hebben het ding pas overgenomen toen hun geestelijken ergens in de 19e eeuw een kostuum gingen dragen in plaats van gerokt door het leven te gaan.
Is het boordje niet gewoon ontstaan om macht en status aan te duiden? Macht is het vermogen het gedrag van anderen te beïnvloeden, en dat is toch waar geestelijken voor zijn. Elk kerkgenootschap houdt er een eigen vorm van organisatie op na, en die kan zowel naar verticale als meer horizontale gedragsbeïnvloeding neigen. Maar steeds zijn er mensen die tot taak hebben het gedrag van anderen aan te sturen, met harde of met zachte hand. Dat valt dan weer af te lezen aan de visie op het kerkelijke ambt. Hoe verticaler er gedacht wordt, des te eerder zal dat vertaald worden naar de kleding van de ambtsdragers, in de liturgische gewaden, maar ook buiten de kerkelijke rituelen.
In de katholieke hiërarchie hoort het pastoorsboordje bij de verticale aanpak. Het toont de uitzonderingspositie van de priester. Zijn wijding door de bisschop is zijn toegangsbewijs tot zijn ambt èn tot de exclusieve bediening van de sacramenten. Het is vast niet zo bedoeld, maar het zou best kunnen dat het boordje in PKN-verband een meer verticale ambtsopvatting versterkt. Het goed bedoelde pastorale boordje kan machtssymbool worden, zeker in de ruime definitie van macht als gedragsbeïnvloeding.
Het zou ook kunnen dat de tip het boordje te gaan dragen een reactie is op de voortschrijdende ontkerkelijking. In 2013 verloor de PKN per dag gemiddeld een kleine 200 leden. De kerk wordt gemarginaliseerd in de samenleving. Dus is het te begrijpen dat ze probeert publieke ruimte terug te pakken. ‘The Passion’ doet dat op TV. Het boordje is voorlopig kleinschaliger, maar lijkt hetzelfde doel te dienen. Ook dat heeft te maken met gedragsbeïnvloeding.
Als lezer heeft u intussen vast al uw eigen betekenissen gehecht aan het boordje en uw eigen conclusies getrokken. Zingeving, ook rond zo’n PKN-tip, is een dynamisch gebeuren, zoals die experimenterende predikant zelf ervoer. Op straat riep een jongen hem toe: ‘Bent u van de voetbal?’.
André Droogers