‘Toen ik de aula binnenkwam, verbaasde het mij dat er zoveel mensen waren. Was dat haar wereld? Werd ze zózeer gewaardeerd? Ik kende haar al bijna een halve eeuw vrij intiem. maar nu vroeg ik me af: kénde ik haar wel?’
Nieuwe ritualisering
De laatste tijd neemt de behoefte aan sacralisering van de uitvaart weer toe. Men mist niet alleen een ‘religieuze’ component, maar ervaart ook het ritueel van ‘een plaatje met een praatje’, zelfs soms zonder praatje, als te kaal. Dat wil niet zeggen dat mensen terugkeren naar de oude door de kerk gedomineerde rituelen. Wel zoekt men vormen, die verwijzen naar het méér van ons leven of die het Geheim van onze werkelijkheid verbeelden.
Er zijn predikanten en (ex)priesters, maar ook zelfstandig in deze markt opererende bureaus, die daarbij hun diensten aanbieden. Binnen de PKN was enige jaren geleden een cursus ‘religieus begraven’ voor predikanten. Men spreekt uitdrukkelijk niet van ‘christelijk’. Predikanten die opgevoed zijn met de religiekritiek van Barth, zullen daar wel vragen bij hebben. In de sfeer van ons onderwerp: Karl Barth draait zich om in zijn graf.
De trend is, zoals dat ook bij huwelijken gebruikelijk is geworden, een á la carte programma met veel inspraak van de familie. Dat levert soms creatieve, maar ook merkwaardige of overdadige vormgevingen op. Men neemt (religieuze) rituelen ook van anderen over, wanneer ze in de praktijk hun werking hebben bewezen. Ze gaan dan behoren tot een voorraad, waaruit men putten kan. Wanneer mensen niet betrokken zijn bij een religieuze gemeenschap zullen boekjes, de ervaring van een uitvaartleider de mensen kunnen helpen én bewaren voor excessen.
Geen particulier gebeuren
Wordt er ook minder beseft, dat een uitvaart niet alleen iets is voor de naaste familie en intieme vrienden? Hierbij valt te denken aan hoogst persoonlijke ‘rituelen’, maar ook aan de zogenaamde ‘besloten uitvaart’ en het ‘alwaar geen bezoek’. Een mens heeft zoals dat tegenwoordig heet een ‘netwerk’, waar de familie soms geen kijk (meer) op heeft. Bovendien weet zij niet hoe de emotionele banden geweest zijn met mensen, die de familie misschien helemaal niet kent. Ook deze relaties hebben er recht op hun verdriet te verwerken door een afscheidsritueel. Het motief om naar het uurtje ‘gelegenheid tot condoleren’ te gaan, is misschien niet altijd de familie de hand te drukken, maar om nog één keer een blik te werpen op een geliefde dode. ‘Hij/zij ligt er vredig bij...’ Een beperkte familiekring mag en kan zich de dode niet toeeigenden als privé-bezit!
Van Begrafenis naar Uitvaart
Na een onderbreking voor de hoogfeesten, Pasen en Pinksteren, ga ik in mei weer verder met deze serie. Dan zal het vooral gaan over de rituelen (of het gebrek daaraan) rond de crematie.
In de loop van de jaren tachtig veranderden begrafenisondernemingen hun naam en vervingen ‘begrafenis…’ door ‘uitvaart…’, zodat er is nu één term is voor begraven én cremeren. Historisch en liturgisch was de ‘uitvaart’ in de Rooms-katholieke dodenliturgie het aangrijpende moment, dat de kist door het pad van de kerk werd uitgedragen. Het koor hief dan het ‘In Paradisum’ aan (in vertaling):
In het Paradijs geleiden u de engelen,
de martelaren ontvangen u bij uw aankomst
en geleiden u naar de heilige stad Jeruzalem.
Moge het koor der engelen u opvangen,
en moogt gij met Lazerus, die eens arm was,
de eeuwige rust bezitten.
Ook voor hen voor wie het ‘hiernamaals’ niet (meer) tot de geloofsinhoud behoort, is dit een troostende beeldspraak.
Jan de Jongh
Eerdere liturgische kanttekeningen zijn verzameld in: Jan de Jongh, Het Geheim verbeelden. Spelen met liturgie en rituelen inspiratie voor godzoekers. Narratio 2011. isbn 978 90 5263 799 0.