Nogmaals: Wat heet heilig?
Deze serie begon ik met te vertellen, dat ik bezig was een aantal persoonlijke heilige plaatsen te verbeelden door ze te schilderen. Het gaat om verwijzingen naar momenten, die vervuld waren door de ervaring van het mysterie of de Heilige. Ieder kent van die onuitsprekelijke ervaringen?
Wat maakt een plek of moment heilig. Wie daar over nadenkt komt onvermijdelijk bij Rudolf Otto (1869-1939) terecht. Hij werd beroemd door zijn boek Das Heilige (1917 herz. 1937; Ned.vert. Het Heilige,2002). Daarin beschrijft hij het Heilige als een mysterium tremendum ac fascinans, een mysterie dat ‘vrees’ oproept én ons fascineert. Zijn ‘tremendum’ ligt dicht bij de ‘vreze des HEEREN’ in bevindelijke kring. De titel van de latere studie Das Gefühl des Überweltlichen is een definitie.
Op het strand van Normandië hoorden we in het krijsen van de meeuwen de kreten van de duizenden jonge mannen die daar weggemaaid werden bij de invasie. Mijn schilderij daarbij roept het tremendum, het Unheimische en demonische in onze wereld op. Dat strand werd voor ons een heilige plek, schuldig landschap (Armando).
Geboorte en dood
Ook geboorte en dood roepen een besef van het heilige op. Niet altijd. Bij de geboorte van een kind kan ons het wonder overmeesteren. Maar de geboorte in de auto op weg naar het ziekenhuis wordt een familieanekdote.
Vooral sterven is een heilig gebeuren. We weten waar baby’s vandaan komen, maar de dood laat een vacuüm achter. Sterven in een ziekenhuis, een anonieme en efficiënte omgeving, zal zich niet hechten aan heiliging van dit gebouw. Maar sterven door een ongeval op straat schept voor de nabestaanden een bijzondere plek. Soms richten ze een (tijdelijk) gedenkteken op: een kruisje, een graflampje, een karaf met bloemen, een teddybeertje, een foto of briefje aan een lantaarnpaal. Het kruisje in de straat verdween na een paar weken. Maar als ik langs die plek fiets, denk ik er aan..Een enkele maal wordt zo’n plek opgenomen in de geschiedenis en komt er een gedenkteken. Tijdens een bergtocht kwam ik op ±2300 meter een gedachtenissteen voor een Oostenrijkse collega tegen. Hij stierf daar aan een hartaanval. Ik dacht: een mooier sterven in deze overweldigende(!) bergwereld is er niet.
November: Allerheiligenzielen
De meeste mensen voelen op begraafplaatsen respect, stilte en herinnering. Zijn ze heilig? In elk geval voor de nabestaanden. In sommige culturen en religies wordt de grond gewijd door een ritueel. Vandalisme op een dodenakker raakt ons diep, een ontheiliging van de graven.
In november gedenken we hen die ons voorgingen. De bekende heiligen (Allerheiligen) en ónze heiligen (Allerzielen). Allerheiligenzielen. In de protestantse kerken verschoof de romantische gedachtenis op oudejaarsavond naar de laatste zondag van het kerkjaar. Er is in ons land weinig grafcultuur. Velen hechten niet aan de graven. Maar voor anderen zijn ze materiele heilige plekken, dragers van herinnering. Het ontroert me wanneer ik op een katholieke kerkhof in onze regio op twee november mensen met een bosje bloemen en een schepje zie. Ze staan even in gedachten verzonken of in gebed. Voor hen een heilige plaats. Ik denk wel eens: dat mis je toch bij de steeds populairdere crematies (daar schrijf ik een volgende keer over). In eigen huis kan een herinneringshoekje ontstaan: een foto, een huisaltaartje, een heilige plek.
Jan de Jongh
Eerdere liturgische kanttekeningen zijn verzameld in: Jan de Jongh, Het Geheim verbeelden. Spelen met liturgie en rituelen inspiratie voor godzoekers. Narratio 2011. isbn 978 90 5263 799 0.