Wie Taizégangers vraagt, wat hen het meest getroffen heeft in Taizé, hoort: de stilte en het zingen. ‘Over Stilte’ heb ik al eens een zomerserie geschreven, dit keer enkele opmerkingen over de Taizéliederen. Ook tijdens de ontmoeting in de kerstweek in Rotterdam nam het zingen een grote plaats in. Ze is nogal verschillend van wat we in kerken gewend zijn. In de beginjaren waren de korte teksten door fr. Robert, veelal in het Latijn, ontleend aan het graduale en de psalmen. Na de toestroom van jongeren vanaf 1968 wordt er in meerdere talen gezongen. Ook na het overlijden van fr. Rober (1993) en de componist Berthier (1994) ontstaan in dezelfde stijl nog steeds nieuwe liederen.
Ostinato
Opvallend is de langdurige herhaling van het dezelfde korte gezang, dat trouwens ook in popliedjes voorkomt. Musici noemen dat ‘ostinato’. In het Italiaans betekent dat: koppig, hardnekkig, aanhoudend. Het is de naam voor een kort muzikaal motief dat telkens wordt herhaald. Soms fungeert het lied als een ‘basso ostinato’, een grondstem, waaroverheen solisten zingen en muziekimprovisaties klinken. Dat maakt dat deze liederen steeds anders klinken ondanks de eindeloze herhaling. Ook de canons, litanieën (kyrie e.d.) en lofprijzingen zijn kort en van dezelfde muzikale familie: eenvoudige harmonische melodie, waardoor de meerstemmigheid haast ‘vanzelf’ gaat.
Werking van de herhaling
Er zijn kerkmusici die de Taizéliederen verfoeien. Sommige noemen het afkeurend ‘mantra’s’, steeds herhaalde magische en tranceverwekkende formules. Maar hoe beleven jongeren en ‘jonge’ ouderen(!) deze liederen? Dat is verschillend. Er zijn er voor wie juist de betekenis van de tekst door die herhaling werkelijkheid of een gebed wordt.
Een voorbeeld. Wanneer we herhalend zingen: La ténèbre n’est point ténèbre devant toi: la nuit comme le jour est lumière. La ténèbre… (De duisternis is helemaal niet duister voor u: de nacht is licht als de dag.), dan is dat maar niet een feitelijke mededeling over ‘god’ of een geloofsgetuigenis. Herhaling was dan nergens goed voor. Maar het kan gebeuren, dat de betekenis van die woorden steeds dieper tot je doordringt en een nieuwe werkelijkheid schept. In je eigen duisternis straalt licht!
Anderen zeggen, dat de eenvoud en de herhaling ruimte schept om gemeenschap te ervaren en ruimte biedt voor meditatie. De meeste liederen in de kerk zijn naar buiten gericht. Ze bevestigen de geloofsdogma’s, verkondigen, vertellen een geloofsverhaal of roepen de broeders(!) tot de daad. Maar deze liederen scheppen een open ruimte, die je zelf kunt ‘vullen’ met betekenissen. Het lied wordt toegeëigend in je eigen leven en is een voertuig naar verheldering. Prof. Hoondert noemde dat eens ‘meditatief zingen’. Er zijn verschillende CD’s uitgebracht met liederen uit Taizé. Mijn ervaring is, dat meezingen van de ‘ostinato’s’ de kracht heeft nog lang daarna innerlijk te blijven doorzingen.
De herhalende zang van Taizé demonstreert precies, waarom de Taizévieringen veel jongeren en zoekers aanspreken. Ze scheppen ruimte. Er is geen preek, die zegt wat je moet geloven en wat je moet doen. Er wordt ruimte geboden om een eigen religieuze weg te vinden en soms de Heilige te ervaren. In Taizé ontbreekt ieder opzettelijke missionaire actie, religieuze propaganda of bekeringsdwang. Ook ik vind dat bevrijdend.
In de kerkdienst of in de mis?
Op verschillende plaatsten worden in de marge van de kerken Taizédiensten georganiseerd. Aarzelend worden enkele liederen ook wel in de reguliere kerkelijke viering gebruikt. Zo werd een viertal Taizéliederen in vertaling opgenomen in de protestantse bundel ‘Tussentijds’ (40 Laudate = Ps. 117:1; 45 La ténèbre/Heel het duister = Ps. 139:12; 162 Ubi caritas; 163 Dans nos obscurités/Als alles duister is).
Maar vaak is de wijze van gebruik dan vervreemdend. Dat komt omdat veelal de langere herhaling ontbreekt – drie keer is meestal het maximum – en ze begeleid worden door nadrukkelijk orgelspel. Daardoor ‘werken’ ze in elk geval anders dan bedoeld.
Jan de Jongh